Samenvatting rapport (A. van Giessen et al., 2018)

Per 1 januari 2019 zal een gecombineerde leefstijlinterventies (GLI) vergoed worden uit de Zorgverzekeringswet ("basisverzekering"). In aanmerking komen Nederlanders met overgewicht (BMI Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht. (Body Mass Index. De BMI is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft. De BMI wordt veel gebruikt om een indicatie te krijgen of er sprake is van overgewicht of ondergewicht.) 25-30) en een extra risicofactor of mensen met obesitas (BMI 30-35). In totaal gaat het om circa 3,5 miljoen Nederlanders tussen 18 en 75 jaar (28% van de bevolking). Om de benodigde budgetten voor de eerste vijf jaar te schatten werd een Budget Impact Analyse (BIA) uitgevoerd vanuit het perspectief van de zorgverzekeraars.

Om de budget impact te schatten moet een aantal stappen gezet worden. Allereerst gaat het om het vaststellen welk deel van de bovengenoemde doelgroep verwezen wordt door de huisarts. Vervolgens is informatie nodig over het deel van de mensen dat daadwerkelijk een intakegesprek krijgt, dat start met de GLI en dat deelname aan de GLI volhoudt tot het einde van de interventie. Hiervoor werden gegevens uit drie Nederlandse studies gebruikt, waarvan de COOL studie qua indicatiestelling en uitvoering het meeste lijkt op de GLI zoals die per 2019 in Nederland in het basispakket zit.

Verwacht wordt dat jaarlijks 1,03% van de doelgroep een verwijzing van de huisarts krijgt naar een aanbieder van de GLI interventie. In de eerste twee jaren zal dit nog minder zijn omdat de interventie bekendheid moet krijgen, zowel onder potentiële deelnemers als onder huisartsen. Er werden ook twee varianten doorgerekend met een lager (0,5%) en een hoger (2,5%) verwijspercentage. Van degenen met een verwijzing voor het intakegesprek zal 84% daadwerkelijk de intake krijgen en 90% daarvan start met deelname aan de GLI. Na start zullen er ook uitvallers zijn, meestal meteen in het eerste kwartaal van deelname. Deelnemers die starten met de GLI zullen in 81,5% van de gevallen de interventie ook afmaken, zo blijkt uit gegevens van de COOL studie.

Wanneer we rekening houden met uitvalpercentages over de verschillende kwartalen en het NZA tarief dat voor de GLI zal gaan gelden (te declareren per kwartaal) zal de budget impact oplopen van 5 miljoen euro in het eerste jaar naar 15 miljoen euro in het vijfde jaar, bij een verwijspercentage van 1,03%. In een situatie met een hoger verwijspercentage van 2,5% per jaar loopt de budget impact op van 12 miljoen euro in het eerste jaar tot maximaal 35 miljoen euro in jaar vijf. In sensitiviteitsanalyses waarin rekening gehouden wordt met de hogere uitval zoals waargenomen in de SLIMMER en Beweegkuur studies is de budget impact vanzelfsprekend wat lager, tot maximaal 13 miljoen (SLIMMER) of 24 miljoen (Beweegkuur) in jaar vijf bij het hoogste verwijspercentage van 2,5% per jaar.